Tuesday, May 7, 2013

Kort verhaal - Impact

Felle stralen van de ochtendzon verlichtten de woonkamer en lieten het er levendiger lijken. Met haar hand voor haar ogen trok Daphne de gordijnen dicht en slofte naar de keuken om een bakje koffie te zetten. Ze wist dat de cafeïne niet zou helpen haar verschrikkelijke humeur van de afgelopen tijd te verbeteren, maar het was nu eenmaal een gewoonte. Zelfs het prachtige weer buiten irriteerde haar.
Terwijl het koffiezetapparaat pruttelde, sjokte ze terug naar de woonkamer en zette ze de televisie aan. Zoals gewoonlijk was er niets interessants op te zien. Ze verbaasde zich er niet meer over.
Valentijnscadeaus schoten voorbij  in de reclames op het scherm, waardoor ze een brok in haar keel kreeg. Alles wat haar deed denken aan Richard kon ze even niet meer zien. Die walgelijke keuze van hem liet een smerige nasmaak achter. Waarom moest hij ook zo nodig moeilijk doen over kinderen? Waarom wilde hij ze zo graag? Hij wist dat Daphne totaal niet met die kleuters kon omgaan en toch bleef hij zeuren. Een paar dagen geleden was de maat vol. Weer een ruzie. Kleren gescheurd, borden gegooid, stoelen omver en zelfs de kat uit het raam. Gelukkig woonde ze op de begane grond. Nee, het was genoeg geweest. Gelukkig vertrok Richard meteen. Daphne was hem helemaal zat. Het interesseerde haar niet of hij nog terug zou komen.
In de keuken stond Daphne’s kat hongerig te mauwen. Ze liep weg bij de televisie en zette gelijk het koffiezetapparaat uit. Nadat ze de koffie in haar mok had geschonken, pakte ze de brokken. Ze zette het etensbakje op het aanrecht en de kat sprong omhoog. Terwijl de kat zijn staart onder haar kin en langs haar neus liet glijden, trok de televisie plotseling Daphne’s aandacht. De reguliere uitzending werd onderbroken voor een belangrijk bericht. Een man gekleed in een net pak verscheen op het scherm. Zijn blik serieus, doch angstig. Hij staarde naar Daphne, zo leek het, hoewel ze wist dat het maar een uitzending was. Toen hij zijn mond opendeed, kwam er een zin uit die ze nauwelijks kon geloven. Terwijl ze de brokken in de voerbak gooide, gaapte ze vol ongeloof naar het scherm. “We onderbreken dit programma voor een belangrijk bericht. De aarde zal binnen twaalf uur worden geraakt door een meteoriet.”
Het kattenvoer lag ondertussen op de keukentafel, in plaats van in de voerbak.
“De meteoriet, met een omvang van ongeveer tweehonderd kilometer, zal hoogst waarschijnlijk inslaan nabij Spanje.” Daphne zette de doos aan de kant en haastte zich naar de televisie. De man slikte en trok aan zijn kraag. “Ik herhaal, dit is geen grap. Velen van ons zullen het niet overleven.” Het zweet stond op zijn voorhoofd. “U wordt aangeraden geliefden op te zoeken. We zullen jullie voor zover mogelijk tot het laatste moment op de hoogte houden.” In zijn ogen zag Daphne de tranen al komen. Hij haalde zijn neus op. Daarna werd het scherm zwart en begon de uitzending opnieuw.
Met de afstandsbediening zapte Daphne langs alle kanalen. Overal zonden ze hetzelfde bericht uit. In het Engels, Duits, Frans en waarschijnlijk alle andere talen op kanalen die Daphne niet ontving. Allemaal met een andere presentator, maar ze zeiden hetzelfde. De wereld zou binnen twaalf uur vergaan.
Met trillende handen zette Daphne de televisie uit en strompelde ze naar de deur. De eeuwig ongenadige zon scheen op haar neer. Warm en schokkend realistisch, want waar zij stond zou het vuur ook branden. Buurmannen en buurvrouwen stroomden naar buiten. Allen keken naar elkaar met vragende blikken in hun ogen. Niemand zei iets, maar Daphne kon zien dat niemand wist wat te doen. Een enkeling begon te krijsen, een ander te jammeren. Daphne’s buurvrouw van links barstte in janken uit, terwijl ze naar Daphne rende en haar omarmde. De vrouw klemde haar vast en kneep haar bijna fijn. Daphne kon niet anders dan daar alleen maar staan en de angst van de vrouw te aanvaarden. Wat moest ze nu doen? Starend naar de mensen die zich geen raad wisten, vergat ze zichzelf en haar eigen gevoel. Wat ze moest voelen, wist ze niet.
Daphne duwde de vrouw van haar af en dwaalde door de straten. Hoe lang deed er niet toe. De tijd leek niets meer te betekenen. Ze voelde zich leeg, alsof ze was vervangen door een lappenpop zonder vulling. Emotieloos en hol van binnen.
Terwijl de dag vorderde, werd het op straat een chaos. Mensen gilden en smeten met voorwerpen, anderen beroofden winkels en gingen met elkaar op de vuist. In sommige huizen zaten mensen samen om de salontafel. Ze knuffelden elkaar of genoten van een laatste maaltijd. Wat cliché en toch zo toepasselijk, dacht Daphne. Een laatste maaltijd zoals in de geschriften. Ze zag een hoop tijdens haar laatste dag. Maar wat moest zij dan doen? Ze voelde zich nergens thuis. Niet tussen de herrieschoppers, noch bij de gezellige gezinnetjes. Althans, dat van haar had ze verbannen. Ze had Richard al een paar dagen niet meer gezien. Het laatste wat ze tegen hem had gezegd, was dat ze hem een klootzak vond.
Al die uren die al voorbij waren gegaan, die ze al verspild had met ronddwalen zonder doel, waren voor niets geweest. De tijd kon ze niet meer terugkrijgen. Ze had achter Richard aan kunnen gaan, hem nog een keer zien, maar ze was te stom geweest om dat eerder in te zien. Daphne’s hart klopte steeds sneller. Ze kon het hier niet bij laten zitten. Zo mocht het niet eindigen.
Ze opende haar telefoon en belde hem, maar hij ging niet eens over. Panisch zocht ze de laatste SMS van Richard op, die ene waarin hij schreef waar hij verbleef. Ze rende zo hard ze kon. Harder dan haar longen en haar lijf aankonden. Waarom hadden ze ruzie gehad over zoiets? Ze hielden van elkaar. Kinderen of geen kinderen, het zou niet uit moeten maken. Ze kon altijd wel leren haar kinderen te begrijpen en ze leuk te vinden. Richard was het waard. Ze hield van hem. Ze had altijd van hem gehouden en dat zou niet veranderen, hoe erg ze zich ook aan hem ergerde. Hij was de enige die ze nog had.
Zo snel mogelijk rende ze naar een fiets die geparkeerd stond in de achtertuin van een huis. Gelukkig was hij niet op slot gedaan. Ze sprong erop en racete over de weg, terwijl de lucht boven haar steeds donkerder werd. Richard was in een stad niet ver bij haar vandaan. De rivier kwam in zicht. Ondertussen regende het steeds harder, maar het weer zou haar niet tegenhouden. Ze hoefde alleen die rivier over en een paar straten door… de rivier. Hoe moest ze de rivier oversteken? Er waren nu geen veerboten om de overgang te regelen. Ieder mens met een greintje verstand had zijn werk neergelegd nu geld niet meer uitmaakte – het zou toch verdwijnen. Net als zij. Dé laatste dag. En de tijd die het kostte om een brug te vinden was langer dan de tijd die ze nog had.
Maar ze moest het proberen.
Huilend fietste ze verder over de onverharde weg, langs de treurende bomen en de flikkerende lampen. De weinige huizen aan de straat werden verlicht met kaarsen of een haard. De klok die binnen bij één van hen duidelijk zichtbaar was, gaf drie minuten voor tijd aan. De twaalf uren waren bijna voorbij.
Daphne struikelde van haar fiets en zakte neer op de weg. Ze staarde naar de mensen achter de ramen. Hun geluk met elkaar kon zelfs door een meteoriet niet worden bedorven, al leken ze wel angstig. Druppels spatten op de ramen. Ritmisch kletterden ze neer als perfect op elkaar afgestemde instrumenten in een orkest.
Daphne krijste en sloeg met haar vuisten op de modderige grond waardoor het op haar gezicht spatte. Doorweekt en koud haalde ze haar mobieltje uit haar zak en belde Richard. Eindelijk nam hij op.
‘Blijf bij me! Ik houd van je. Ik houd van je, Richard!’
‘Ik ook van jou. Dat is nooit anders geweest.’ De wijzers van de klok in het huis gleden langzaam vooruit. Hun beweging betekende het einde van de mens. Hoe destructief die laatste minuut kon voelen, had Daphne nooit beseft.
Daphne barstte in snotteren uit. ‘Ik probeerde nog naar je toe te komen, maar het is te laat. Het is te laat! Ik wilde dat ik je kon zien.’ Er waren nog maar een paar seconden te gaan. ‘Ik wil niet dood!’
‘Over een paar seconden is het over. We voelen er vast niets van, rustig maar.’
Snikkend knikte ze, hoewel ze wist dat hij het niet zou zien. De laatste seconden tikten tergend langzaam voorbij. Richards woorden galmden door in haar hoofd. Hij beloofde het. Daphne sloot haar ogen. Ze wachtte op het immense, prachtige licht van de meteoriet die door de dampkring zou scheren en een wolk van gas achter zich zou laten. Ze wachtte op het vuur dat haar in één keer zou verbranden tot as.
Maar het kwam niet.
Seconden, nee, minuten gingen voorbij, terwijl ze daar met haar hoofd in haar handen op de grond lag. Ze hief haar gezicht op en tuurde naar de lucht, maar er gebeurde niets. Er was geen licht, geen vuur. Helemaal niets.
Langzaam kwam ze overeind en gluurde ze door het raam van het huis. De televisie stond aan en ze kon erop vaag de omtrekken van een man zien. Ze sloop dichterbij en staarde door het raam. De mensen binnen keken niet eens naar haar om. In de uitzending was een man gekleed in zwart, maar anders dan de eerste. Deze droeg een Guy Fawkes masker; een gezicht verborgen achter een gekrulde snor en een wrede glimlach. De ondertiteling verraadde zijn verhaal. Daphne duwde zichzelf zo dicht mogelijk tegen het raam om het volledige verhaal te kunnen lezen.
‘De meteorietinslag gebeurt niet. Hij is nooit gebeurd en zal niet gebeuren. Hij is een leugen. Hij is Fictie. Wij hebben jullie wakker geschud. De samenleving moet beseffen wat echt belangrijk is. Wees gewaarschuwd. Wij zijn Anonymous en wij hebben jullie astronomiecentra en nieuwsstations gehackt om informatie over de meteorietinslag door te geven. Wij zijn Anonymous. Wij zijn een legioen. Wij vergeven niet. Wij vergeten niet. Verwacht ons.’ De vrouw die op de bank naar de uitzending zat te kijken, zakte in elkaar.

Daphne baande zich een weg door de mensenmassa die zich op de straten had verzameld. Iedereen schreeuwde naar elkaar en er heerste nog steeds chaos, maar Daphne deed er niet aan mee. Zij had maar één doel. De brug had ze al een uur geleden overgestoken. Richards huis was nu slechts een paar meter verderop en niets kon haar nog tegenhouden. De dreiging van een meteoriet had haar zwak gemaakt, maar ze had zichzelf een paar minuten geleden beloofd nooit meer zoiets te voelen. De irritaties, de ruzies en die arme kat. Vanaf nu zou het verleden tijd zijn. Alles zou weer goedkomen. Daphne had weer hoop voor de toekomst.
Ze rende de straat door naar zijn deur en drukte op de bel. Op datzelfde moment deed Richard open.
‘Het is uit,’ zei Daphne.  ‘Voorgoed.’ Ze knikte, draaide zich om en liep met opgeheven hoofd weer weg.

0 comments:

Post a Comment

 
;